Ik kan het me nog goed herinneren: het schoolproject. Volgens mij zat ik in de zesde klas van wat net de basisschool was gaan heten. In de tijd van die griezelige zure regen. Dus maakten we kennis met de lakmoesproef, echt overal gingen we de pH van meten: azijn, zeep…urine. Vanwege het milieu stapten we met de hele klas in een grote touringcar om kennis te maken met de vuilverbrandingsoven, rioolwaterzuivering en afvalverwerking. Ik constateerde tijdens mijn bezoek met Gemeente Duiven aan InnoFase dat het schooluitje van toen, toevallig of niet, iets in gang had gezet dat die middag samen kwam.
Nu maak ik dus opnieuw kennis met de AVR en het Waterschap Rijn en IJssel of beter gezegd het synergiepark. Want bedrijven op InnoFase komen op veel plekken in hun bedrijfsprocessen samen. Afval van de één is grond-, of hulpstof voor de ander. Een verhaal dat, als ik me goed herinner, 25 jaar geleden ook al werd verteld. Toch hebben beide organisaties op dit gebied veel geleerd en geïnvesteerd, onder andere in contacten met vele nieuwe bedrijven waarmee een win-winsituatie gecreëerd zou kunnen worden op InnoFase. De inzet van beide bedrijven, met ondersteuning van Gemeente Duiven, heeft zich nog niet uitbetaald. Goed dus dat Alterra verbonden aan Wageningen Universiteit betrokken is om te onderzoeken welke drempels geslecht zouden moeten worden om dat wat de afgelopen 25 jaar in gang is gezet, samen te laten komen.
Zoals ook mijn eigen ontwikkelingen van de afgelopen 25 jaar samen kwamen die middag: studeren aan Wageningen Universiteit, betrokken bij het algemeen bestuur van Waterschap Rijn en IJssel en jaren geleden vakantiewerk bij BFI, nu SITA, op, toen nog, Roelofshoeve. Toch vraag ik mijzelf ook wel eens af of mijn inzet zich wel uitbetaalt, want net als toen ik bij BFI werkte, krijg ik nu ook regelmatig de reactie: ‘raadslid, maar jij kon vroeger toch zo goed leren’. Tijd voor een onderzoek?