Woensdag 8 mei zijn tijdens baggerwerkzaamheden in de IJssel bij de Fraterwaard de twee bekkenhelften van een volwassen mammoet gevonden. De botten waren goed herkenbaar en blijken afkomstig uit de laatste IJstijd.
Na een melding van de aannemer bij de gemeente Doesburg over de vondst, zijn archeologen ter plaatse gaan kijken. De opgebaggerde botten bleken de twee bekkenhelften van een volwassen mammoet. De botten zijn weliswaar beschadigd, maar goed herkenbaar. De botten zijn tussen de 40.000 en 100.000 jaar oud en afkomstig uit de laatste IJstijd.
Mammoetkerkhof
Tijdens de laatste IJstijd was Nederland niet bedekt met landijs, zoals daarvoor, maar het klimaat was vergelijkbaar met het huidige Noord Siberië. De koude vlakten rondom de Oer-Rijn werden druk bevolkt door grote zoogdieren, zoals wolharige Mammoeten, steppenwisents en neushoorns. Het IJsseldal, en daarmee ook Doesburg, ligt op de afzettingen van deze Oer-Rijn die toen naar het noorden stroomde. De Noordzee stond grotendeels droog en de monding van de Rijn lag nabij de Doggersbank. De botten van de prehistorische zoogdieren bleven goed bewaard in het zand en grond van de Rijn. Het IJsseldal wordt ook wel gezien als een van de grootste mammoetkerkhoven ter wereld. Hier vindt men regelmatig botten en kiezen.
Eerdere vondsten
In 1839 is al eerder een bekken van een mammoet in Doesburg gevonden. Nabij Olburgen kwam ruim een halve eeuw geleden een van de best bewaarde schedels van een mammoet aan het licht.
Compleet skelet
Het bijzondere van de vondst van gisteren is dat waarschijnlijk de hele mammoet er nog kan liggen. De twee bij elkaar horende bekkenhelften wijzen hierop. De rest van het skelet zou dan nog op ruim zes meter diepte in het talud van de noordoever moeten liggen. Er wordt onderzocht of dit met grondradartechnieken aan te tonen is.