Op 1 juli 1863 schafte het Koninkrijk der Nederlanden met de Emancipatiewet de slavernij af in Suriname en op de Nederlandse Antillen. Elk jaar wordt op die dag Ketikoti gevierd, Ketenen Gebroken, de Dag der Vrijheden. De laatste tijd is voor slavernij vroeger en nu veel belangstelling, zoals nog onlangs voor de moderne slavernij bij de bouw van WK-voetbalstadions in Qatar. Ook op andere plekken in de wereld vinden we vandaag de dag nog vormen van slavernij.
Het verhaal dat Doesburg Vertelt op dinsdag 6 april publiceert, sluit aan bij die hernieuwde belangstelling. Het onderzoek dat de mensen van HetHuisDoesburg deden begon in juni 2019 met het boekje ‘Slavernij en koloniaal verleden van Gelderland.’ Dat boekje riep de vraag op naar sporen van de slavernij in Doesburg. En die zijn er. Ook in Doesburg, zo blijkt, én in Angerlo en Hummelo, woonden in 1863 slaveneigenaren die door de Nederlandse overheid financieel zijn gecompenseerd. De speurtocht naar dat verleden leidt onder andere naar Suriname, een populaire burgemeester, Wielbergen, Vossenburg, een jonkvrouw en ‘t Bovenhuys in Doesburg. Zijdelings komt ook ‘onze’ Alexander ver Huell (van de brug over de IJssel) voorbij.
Meer weten? Kijk vanaf dinsdag 6 april op Doesburg Vertelt.