In het primair onderwijs gelden normen voor het stichten en opheffen van scholen. Na de herindeling is de norm in de gemeente Zevenaar vastgesteld op 90 leerlingen. De minister van Onderwijs heeft onlangs ingestemd met een splitsing van het grondgebied in de gemeente, waardoor de heffingsnorm kon worden aangepast. Door de nieuwe norm maken de scholen in de kleine kernen meer kans op voortbestaan.
Met een opheffingsnorm van 90 verkeren scholen in kleine kernen eerder in de gevarenzone. Scholen met een leerlingenaantal dat 3 jaar op rij onder de opheffingsnorm valt, verliezen hun bekostiging. Dat betekent bijna altijd dat de school moet sluiten.
Verzoek om splitsing
Het college van B&W en de gemeenteraad vinden het belangrijk dat het onderwijs in de kleine kernen zo veel mogelijk gehandhaafd blijft. Om die reden heeft het college van Zevenaar, in goed overleg met de schoolbesturen, aan het Ministerie van Onderwijs verzocht om de gemeente in twee verschillende grondgebied te delen. En gelijktijdig de daarbij behorende opheffingsnorm per gebied vast te stellen. Het Ministerie heeft ingestemd met het voorstel van het college van Zevenaar. Daarmee gelden met ingang van 1 augustus 2019 nieuwe opheffingsnormen voor het primair onderwijs in de gemeente. Het besluit tot splitsing is 20 jaar geldig. Voor de vaststelling van de normen geldt telkens een tijdvak van 5 jaar.
Nieuwe normen
De nieuwe normen zijn:
- Een school in de kernen Herwen, Babberich en Angerlo wordt bij minder dan 55 leerlingen gedurende 3 jaar op rij opgeheven.
- Een school in de overige kernen van de gemeente Zevenaar wordt bij minder dan 97 leerlingen gedurende 3 jaar op rij opgeheven.
Voor de kleine kernen Herwen, Babberich en Angerlo werkt de splitsing positief. De scholen in deze kernen hebben met een lagere opheffingsnorm meer kansen zich te handhaven.